Jan en Riky van der Zanden

Verzorging van de Drentsche Patrijshond

Hoewel de Drentsche Patrijs tamelijk lang haar heeft op diverse plaatsen van zijn lichaam, valt de verzorging heel erg mee. Eens peer week even goed doorborstelen, waarbij met name de langere gedeelten van zijn vacht even goed doorgekamd worden, is voldoende. De Drent is min of meer ‘zelfreinigend’. De vacht kan na een ruige wandeling nog zo nat en vies zijn, na het opdrogen is de Drentsche Patrijshond op een wonderbaarlijke manier ineens weer schoon en stralend wit. Daardoor is baden in de meeste gevallen overbodig en alleen noodzakelijk als de hond eens lekker in een stinkend kadaver of rotte vis heeft liggen rollen.

Licht gekleurd, rossig haar in de bruine platen duidt op oud haar wat met de hand kan worden weggeplukt. Te veel haargroei tussen de voetzolen moet worden weggeknipt, zeker in de winter om te voorkomen dat sneeuw en ijs zich in de haren vastzetten. Ook te lange nagels moet u knippen of laten knippen, de nagels mogen de vloer nauwelijks raken. Houd de gehoorgang goed schoon.

Opvoeding van de Drentsche Patrijshond

De Drentsche Patrijshond is een zachtmoedige hond maar is niet gemakkelijk op te voeden,en is zeker niet van nature gehoorzaam.Het is een hond waarbij je zeer consequent moet zijn. Hij is gevoelig voor harde woorden en behoeft zeker geen harde hand met opvoeden maar als je weer te lief voor hem bent neemt hij een loopje met je.Voor heel veel mensen is het moeilijk om een goeie balans te kunnen vinden om een drent op te voeden. De Drent is speels van aard en kan behoorlijk eigenwijs zijn. Het zachtaardige karakter van de Drent maakt hem tot een ideale gezinshond. Hij is lief voor kinderen en zal zelfs tegen hen in bescherming genomen moeten worden, omdat hij letterlijk over zich laat lopen. Zoals bij alle honden geldt ook voor de Drent dat het altijd belangrijk is om de omgang tussen kind en hond als ouder te coachen. Men moet het kind leren om respectvol met het dier om te gaan.

Drentse Patrijshond

Wanneer kind en hond elkaar kunnen vertrouwen, kunnen zijn enorm van elkaars aanwezigheid genieten en zullen zij echte maatjes worden die elkaar steeds opzoeken. In tegenstelling tot veel andere jachthonden is de Drent gericht op zijn baas. Dit maakt hem uitermate geschikt als gezel op verre wandeltochten. Zelfs in het bos zal hij contact met zijn baas blijven zoeken. De Drent is geen kennelhond. Hij heeft het gezelschap van zijn mensen nodig. Wanneer u hele e Padagen van huis bent, kunt u beter geen Drent aanschaffen. De kans is groot dat hij uit verveling dingen in huis kapot gaat knagen. Verder heeft de Drent behoorlijk wat beweging en bewegingsvrijheid nodig. Hij moet de kans krijgen om los rond te rennen, de geurtjes buiten in zich op te nemen en zo zijn energie kwijt te kunnen. Als u hem hierin niet tekort doet, is hij in huis een heerlijke, rustige hond.